Donderdagochtend, even over vijf. Nog moe, maar toch maar opgestaan, het beloofde immers een lange dag te worden. Meteen al een cliché, en we zijn nog maar twee zinnen ver. “Het beloofde een lange dag te worden”… spreken we hier of vierentwintig uur en vijfentwintig minuten ofzo? De rit naar Gent verliep vlekkeloos, misschien ook omdat mijn medepassagiers nu niet meteen de mensen waren op wie je vlekken wil maken, en het bovendien nog tamelijk vroeg in de ochtend was. In Gent aangekomen zagen we onze andere vriendjes. De reis richting Calais werd ingezet met boeiende gesprekken op hoog niveau. De jodenkoeken en hun bereidingswijze zullen ons nog lang heugen, het is dan ook een gerecht waar pure gas-tronomie in het voorhuid-zicht ligt. Verder werden er ook nog geheimen onthuld die misschien best niet openbaar gemaakt worden. Ook al leven we in 2009, toch zijn er nog steeds mensen die voor hun geaardheid niet durven uitkomen. Is het daarom aan ons, simpele reizigers, om nadien te onthullen wat er tijdens die trip aan het licht gekomen is? Maken we daardoor geen kans op represailles? Wat als haar huisdieren (te weten: een vogel, een beer en een muis) dit geheim te weten komen? Ik laat het nog even bezinken. Is het aan mij om haar te outen? De tijd zal het zeggen.
De mop van “Kijk, Calais is weg” doelend op het bordje “pas de Calais” werd gelukkig niet uitgesproken. Sommige baarden moeten nu eenmaal gesnoeid worden. We waren ruimschoots op tijd, we hadden zelfs nog tijd over, dus deed Robin alsof hij zijn identiteitskaart vergeten was, en creëerden we zo een oponthoud aan de douane. Sfeer alom!
Na het inschepen werd er bijgepraat bij een heerlijk kopje dampende koffie. Eigenlijk leek het qua smaak en uitzicht eerder op ruwe olie, maar wij zijn niet kieskeurig… met een kilo suiker is dit probleem snel van de baan en tenslotte lag er nog steeds een leuke dag in het verschiet.
Omstreeks 13.11 kwamen we aan in Dover. Om eerlijk te zijn, omstreeks 13.11 schreef ik gewoon deze zin neer, want ik heb geen flauw idee om hoe laat we effectief de “white cliffs of Dover” betraden, maar het is nu eenmaal een ongeschreven wet dat er in een tripverslag een aanduiding van tijd moet staan, meestal voorafgegaan door het woord “omstreeks”. Trouwens, “The white cliffs of Dover”, ik dacht dat die zanger al lang grijs was, zowel van haarkleur als gedraaid. Doch dit terzijde, want wij waren onderweg naar “Saw-the ride”, living doll.
Om de tijd wat te doden besloot Arno enkele natuurdocumentaires te bekijken op zijn I-Phone, da’s dus zo’n toestel dat je mag liefkozen. Aangezien Nico ondertussen een fijne cd in de gleuf geschoven had was er ook meteen de juiste sfeer, dankzij de ideale soundtrack voor bij deze reportage. Een fijne ervaring, vooral toen de blazers en de strijkers erbij kwamen. Nooit zal ik “De vliegende Hollander” nog ervaren zoals voorheen.
Na een verrassend hapje in de Subway (zeg nooit: “surprise me” als ze vragen welke groenten je bij je broodje wil, tenzij je een halve kilo olijven wel te pruimen vind) reden we door naar Thorpe. Die speeltuin aan de parking bleek dus toch niet onze eindbestemming te zijn.
We waren te vroeg, veel te vroeg, maar dat kon ons niet deren, we hadden nu ruimschoots de tijd om de arriverende coasterclubs te beoordelen. Alleen al voor dit evenement kom je naar Engeland! De rode schoentje, de witte schoentjes, de pre-punk-kledij, het is hier nog allemaal schering en inslag. Ooit al een man gezien met een zwarte vest waarop – op de wijze die alleen Grootmeester Wally hem ooit voordeed – een achtbaan van glitterschijfjes geborduurd is? Wij wel! Soms vraagt een mens zich af: bestaan alle clubs van coasterfanaten uit zo’n zootje ongeregeld? Wij zijn toch zo niet? Of durven we het gewoonweg niet meer zien dat we zo geworden zijn? Filosofie voor beginners, de wereld van Sof(t)ie. Ach ja, alles went.
In de verte zagen we de coaster waarvoor we gekomen waren al proefritjes maken, dus we stonden vol ongeduld te wachten tot de torenklok tweemaal zou luiden. Wegens gebrek aan torenklok duurde dat nog veel langer dan we in eerste instantie dachten.
Nadien het verdict van de jury. De coaster zou vandaag NIET geopend worden, er waren technische problemen geweest, en dat mocht iemand van een Engelse club aan de anderen meedelen. We mochten wel de werf bezoeken en foto’s nemen, en als compensatie zou men voor ons maar liefst twee (!!) attracties openen: “Colossos & Flycatcher”. We dachten eerst nog dat het Engelse humor was, dus de moed zakte ons nog niet meteen in de schoenen. Toen we echter “Colossos” zagen proefritjes draaien en “Saw” niet echt open bleek, verdampte de hoop echter als de laatste druppels water in een dorre woestijn. Hiervoor waren we dus al bijna tien uur wakker, om naar een niet-werkende coaster te komen staren als koeien naar een voorbijrazende trein. Het enige wat we nog konden doen was figureren als muurbloempjes.
Na een uurtje werden we nazi-vriendelijk buiten gewerkt en stonden we weer op de parking, een illusie armer.
Hoe graag ook de titel van dit verslag uit drie woorden bestaan had, het bleven er maar twee. Wij zijn Julius Caesar niet. “I came, I saw….. saw”.
Nog één los eindje moet aan elkaar geknoopt worden. Eén los eindje… een huzarenklus om dat aan elkaar te knopen. Hoe zat het nu met die persoon wie nog niet zichzelf kan, wil of mag zijn? Mogen we het onthullen? Zal ze niet nadien de TV in bouwvakkershemden omveilig maken? Wordt ze nadien niet overspoeld met aanbiedingen om reclame te maken voor de I-Pod? Wordt ze misschien zelfs een aai-pot? Heel Sesamstraat zal in rep en roer staan, maar toch moet het hoge woord eruit: zij behoort tot de minderheidsgroep, zij is een gay-Sien!
Fozz